- Voor het eerst in twaalf jaar willen minder Nederlanders onder de 45 jaar verhuizen naar een koopwoning, vooral vanwege de onbetaalbaarheid van woningen bij inkomens tot twee keer modaal.
- Het eigenwoningbezit onder 45-minners is sinds 2019 verder gedaald, met name bij huishoudens met een lager middeninkomen.
- De aanhoudende huizenprijsstijging en het beperkte aanbod zorgen ervoor dat steeds meer jonge woningzoekenden hun koopwens opgeven.
Voor het eerst in twaalf jaar is het aantal huizenzoekers jonger dan 45 jaar dat de stap naar een koopwoning wil maken afgenomen, zo blijkt uit onderzoek van RaboResearch.
Met name huishoudens met een inkomen tot twee keer modaal zien steeds vaker af van een koopwoning, doordat de woningmarkt voor hen simpelweg te ongunstig is geworden. In 2023 bleek bijna tweederde van de koopwoningen onbereikbaar voor huishoudens met een gemiddeld inkomen.
Dat de koopkansen van 45-minners verder zijn afgenomen, is volgens de bank ook goed te zien in het eigenwoningbezit. In 2019 signaleerden de Rabo-economen al een dalend eigenwoningbezit onder deze groep.
Sindsdien is het aandeel huishoudens jonger dan 45 jaar met een koopwoning verder gedaald, vooral onder huishoudens met een inkomen van minder dan twee keer modaal. De afname van het eigenwoningbezit onder 45-minners speelt zich in het hele land af, waarbij het bezit onder huishoudens jonger dan 25 jaar, tussen de 25 en 35 jaar en tussen de 35 en 45 jaar is gedaald.
Aandeel eigenwoningbezitters loopt terug
Inmiddels loopt zelfs het totale aandeel huishoudens met een koopwoning in Nederland heel licht terug. Dat hangt volgens de bank sterk samen met de opkomst van beleggers na de financiële crisis van 2008, die bestaande koopwoningen opkochten om te verhuren waardoor het aanbod van koopwoningen krapper is geworden.
Sinds de financiële crisis steeg de koopgeneigdheid onder huizenzoekers die nog geen koopwoning hadden onafgebroken. Maar aan die trend is nu een einde gekomen. In 2021 wilde ongeveer 58 procent van de 25- tot 34-jarigen met een verhuiswens naar een koopwoning verhuizen. In 2024 was dat nog 52 procent. De koopgeneigdheid liep vooral terug onder woningzoekenden met een jaarlijks inkomen van minder dan twee keer modaal, ongeveer 89.000 euro in 2024.
In de afgelopen jaren stegen de prijzen van bestaande koopwoningen een stuk harder dan de inkomens. De mogelijkheden om een huis te kopen zijn daardoor in rap tempo afgenomen. "Door de snelle huizenprijsstijgingen en de krappe woningmarkt is het denkbaar dat huizenzoekers, zeker degenen met een inkomen van minder dan twee keer modaal, niet langer verwachten dat een koopwoning tot de mogelijkheden behoort. En uiteindelijk laten ze daardoor ook hun koopwens varen", aldus Rabo-econoom Carola de Groot. Vorige week meldde hypotheekadviseur De Hypotheker al dat huizenzoekers inmiddels meer dan twee keer een modaal inkomen nodig hebben om een gemiddelde woning te kopen.